Hoe kunnen gemeenten beter gebruik maken van lotgenotencontact?

Goede, toegankelijke én betaalbare zorg in onze vergrijzende samenleving. Dat hebben de landelijke overheid en een groot aantal andere partijen in het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesproken. Gemeenten committeerden zich zowel aan een groot deel van het IZA als aan de afspraken in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Lotgenotencontact kan als mogelijke oplossingsrichting bijdragen aan deze akkoorden. In dit artikel lees je waarom en hoe je het kunt faciliteren.

De overheid zet in op het verminderen van zorggebruik, gezien het hoge gebruik van zorg en de verwachting van stijgende zorg en ondersteuning door verdergaande vergrijzing. Daar zijn IZA en GALA al actief mee bezig. De insteek is het mogelijk maken van een ‘beweging naar de voorkant’, waarin ruimte wordt gemaakt voor oplossingen van buiten de zorg. Waarbij zelfzorg en informele zorg eerste oplossingsrichtingen zijn en besluitvorming plaatsvindt met of rondom een persoon met een ondersteunings- of hulpvraag.

Dit artikel is geschreven in coproductie met de Nederlandse Vereniging voor Zelfregie en Herstel (NVZH) en Stichting Zelfregiegroepen. 

Laagdrempelige ontmoetingen

Werken aan zo’n beweging stimuleer je onder andere door laagdrempelige ontmoetingen tussen burgers mogelijk te maken. Waarin mensen van betekenis kunnen zijn voor elkaar en naast wetenschappelijke en professionele kennis vooral een beroep wordt gedaan op ervaringskennis en informele steun. Het stimuleren van lotgenotencontact is daar een vorm van. Het kan een belangrijke bouwsteen zijn in zulk beleid. Lotgenotencontact betekent kort en krachtig: ‘Het contact tussen mensen met een bepaalde beperking, aandoening of problematiek, ter ondersteuning van elkaar; ook voor ouders, partners en naastbetrokkenen.’

Contact vanuit gelijkwaardigheid

Lotgenotencontact is in tegenstelling tot de reguliere zorg georganiseerd vanuit gelijkwaardigheid.  Hier staat niet de ziekte of beperking voorop, zoals in het contact tussen arts/verpleegkundige en patiënt. Lotgenotencontact is gericht op ‘omgaan met’, met aandacht voor alle levensdimensies die in iemands leven belangrijk zijn. Het vult daarmee bestaande zorg aan. Het contact tussen lotgenoten richt zich op onderlinge steun, (h)erkenning, hoop, empowerment, tips en informatie en begrip. Vertrouwen, ervaring, emotionele intelligentie, inspiratie, samenwerking en verbindingen staan voorop.

Eigen regie

Wat lotgenotencontact voor heeft op de reguliere zorg, is dat het volop ruimte biedt voor eigen regie. Niet onbelangrijk, want mensen die hun leven in eigen hand hebben, kunnen veel beter met tegenslagen omgaan en ervaren ook minder stress. Alleen al het gevoel zelf de regie te voeren, is van positieve invloed op de ervaren kwaliteit van leven. In het contact met lotgenoten mag iedereen er zijn; je wordt erkend als drager van legitieme, ware en relevante kennis.

Meerwaarde lotgenotencontact

Lotgenotencontact is niet nieuw. Het kent een lange geschiedenis en de werking ervan is voldoende bewezen. Persoonlijk, fysiek, sociaal en psychisch bloeien mensen ervan op. In contact met lotgenoten krijgen mensen het gevoel er (weer) toe te doen. Daardoor gaan ze gemakkelijker nieuwe relaties aan, omdat ze zich – te midden van lotgenoten – veiliger voelen en ruimte ervaren om zichzelf te zijn. Dit draagt bij aan een betere kwaliteit van leven. 

Tabel

Verminderen van zorggebruik

Door de positieve effecten voor inwoners - die te maken hebben met psychische, lichamelijke en/of maatschappelijke problemen - hoort lotgenotencontact in het fundament van de samenleving geborgd te zijn. Nog meer zo, omdat het bijdraagt aan het verminderen van zorggebruik. En daarmee aan het voorkomen/verminderen van zorgkosten, blijkt onder meer uit het onderzoek naar de social return on investment van lotgenotencontactgroepen uit 2021. 

Voorwaarde voor succesvol bestaan van lotgenotencontact, en andere vormen van collectieve nabijheid, is dat lotgenotencontact onafhankelijk van formele zorg of ondersteuning is. De ervaring leert dat wanneer peers zelf de regie in handen hebben, er het meeste ruimte voor herstel ontstaat. Wel heeft lotgenotencontact ondersteuning in de vorm van facilitering nodig. We zien graag beleid van de overheid dat zorgt voor die facilitering van lotgenotencontact, door structurele ondersteuning en financiering ervan. Er is al voldoende kennis over hoe je dat kunt doen. In onderstaande bijlagen zetten we de beschikbare kennis op een rij.

Belangrijke aandachtspunten

  1. Geef het lotgenotencontact een plek in het thema ‘Versterken van de Sociale Basis’. Het kan gekoppeld worden aan de waarde: (kwetsbare) inwoners empoweren zichzelf én elkaar.
  2. Leg voor nieuwe vragen naar lotgenotencontact slimme verbindingen met de bestaande collectieven van ervaringsdeskundigen die actief en vindbaar zijn in de sociale basis. Denk hierbij aan: zorg-belangen, zelfregie- en herstelorganisaties, landelijke patiënten- en naastenverenigingen en -stichtingen en zelfhulpnetwerken.
  3. Verbindt collectieve vormen van lotgenotencontact, voor mensen met psychische problemen, waar mogelijk en gewenst met soortgelijke collectieven van mensen met lichamelijke problemen. Let op: dwing dat als gemeente niet af.
  4. Wanneer in de gemeente geen collectieve vorm van lotgenotencontact aanwezig is, kan de gemeente dit faciliteren met behulp van een ervaringsdeskundige en het landelijk netwerk NVZH. Je kunt daarbij bekijken of het kan leiden tot aansluiting bij een laagdrempelig steunpunt.
  5. Zorg voor publiciteit voor lotgenotencontact, zelfhulp- en zelfregiegroepen. Dat kan als gemeente zelf, maar ook via andere stakeholders. Heb daarbij ook aandacht voor de taken en rollen van alle stakeholders in de gemeente.  Zo zijn bewoners geïnformeerd over het bestaan en de mogelijkheden van lotgenotencontact en aanvullende vormen van ondersteuning.
  6. Zorg voor gelijkwaardige samenwerking: neem het als opdrachtgever mee in de aanwijzingen aan zorg- en ondersteuningspartijen. Zij dienen als gelijkwaardige delen van een groter geheel met elkaar samen te werken, met expliciete aandacht voor bestaand en nieuw te ontwikkelen lotgenotencontact.
  7. Bied praktische ondersteuning aan initiatieven. Denk bijvoorbeeld aan het beschikbaar stellen van ruimte, computers, printmogelijkheden en het werven van deelnemers. Zorg ook voor (financiële) ontwikkelruimte voor initiatieven om te werken aan kwaliteitsverbetering en professionalisering. Zorg zeker voor de financiering. Stel je daar als gemeente faciliterend bij op - het perspectief van de burger is leidend - en laat de inhoud bij de initiatiefnemers. Stel ook informatie beschikbaar over gemeentelijke regelingen (bijvoorbeeld regelingen rond werk en uitkeringen voor chronisch zieken en hulp en ondersteuning via de Wmo).
  8. Betrek deelnemers aan lotgenotencontact bij de ontwikkeling van het beleid in de gemeente. Zij kunnen mensen met een bepaalde aandoening vertegenwoordigen bij het ontwikkelen van beleid.