‘De geschiedenis van de verzorgingsstaat is pijnlijk’

Participatielezing 2024 door Josien Arts

Josien Arts houdt op 26 april de zevende Participatielezing van Movisie. De sociologe kijkt daarvoor met een historische blik naar de verzorgingsstaat, op zoek naar antwoorden op de vraag hoe de overheid zorgzaam kan worden voor iedereen. ‘De geschiedenis laat pijnlijk zien: dit gaat over onderdrukking en verwaarlozing.’

Deze stevige woorden kiest Arts niet zomaar. Het is nodig en belangrijk om deze woorden te gebruiken, zegt ze. ‘Omdat ze recht doen aan de realiteit. Ze beschrijven op een scherpe manier de ervaringen waar een hele hoop mensen inzitten. In het publieke en politieke debat worden vaak mildere termen gebruikt, maar dat ga ik gewoon niet doen. Ik heb ze trouwens niet zelf verzonnen, eerdere onderzoekers komen hier ook toe. Zoals Marguerite van den Berg, die het over ruïnering heeft: de negatieve invloed van de overheid op mensen. Een overheid die mensen niet helpt maar in een benadeelde positie brengt.’

Tekst door Tea Keijl

'Klantmanagers geven bijstandsgerechtigden wrede hoop'

Wrede hoop

Al sinds het begin van Arts’ carrière ligt de focus van haar onderzoekswerk op mensen die benadeeld worden in het systeem. ‘Hoe kan het dat sommige groepen er zo slecht uitkomen en andere niet? En hoe kan het dat de verzorgingsstaat het niet opgelost krijgt? Hoe kunnen we verder komen dan dat?’ Haar promotieonderzoek deed ze onder mensen in de bijstand, en hoe zij in re-integratietrajecten benaderd werden door klantmanagers. Klantmanagers geven bijstandsgerechtigden ‘wrede hoop’, was één van de conclusies: bij gebrek aan geschikte mogelijkheden voor duurzame uitstroom, proberen klantmanagers de moed erin te houden bij mensen door hen trainingen aan te bieden waarin ze kunnen leren om toch vooral optimistisch te blijven. En ze stimuleren hen om mee te draaien in een arbeidsmarkt die slechts onzekere en tijdelijke banen biedt, waardoor het structurele probleem in stand blijft.

Disciplinerende voorschriften

De afgelopen jaren sprak Arts vele mensen met schulden, jongeren met een lvb en alleenstaande moeders in een gemarginaliseerde positie. ‘Allemaal groepen die niet zonder de ondersteuning van de overheid kunnen, en zich te voegen hebben naar de disciplinerende voorschriften van de wet. Bij de Participatiewet bijvoorbeeld, die was net nieuw toen ik aan het promoveren was. Nieuwe elementen waren de kledingvoorschriften en de uiterlijke verzorging. Als je er als werkzoekende niet zo uitziet als de werkgever wenst, dan wordt je gedwongen om je aan te passen. Dat is alleen in het voordeel van de werkgever, de mensen hebben geen enkele andere optie.’

Geen toeval

Dat Arts zich inzet voor mensen in een benadeelde positie, is geen toeval. Ze zag in haar eigen familie te veel leed om naast zich neer te kunnen leggen, vertelt ze. ‘Dus kan ik alleen maar doorgaan tot het verandert, want anders heeft het te weinig waarde, dan is het waardeloos.’ De vader van Arts groeide op in een gezin met negen kinderen en een moeder die er na het overlijden van haar man alleen voor stond. Hij kwam te werken bij Philips waar hij verschillende reorganisatierondes overleefde. ‘Maar in die periodes was de spanning thuis om te snijden. Hij wist dat hij zijn socialistische activiteiten buiten het werk moest houden. In een democratie mag je je mening geven, maar op het werk kan het je ontslag betekenen. Dat is onderdrukking.’

Gevoel voor machtsrelaties

Bij haar moeder zag Arts ook het gevoel voor machtsrelaties: ‘Zij was vooral geïnteresseerd in de feministische beweging. Mijn ouders zijn allebei opgegroeid in het Zuiden van het land, in katholieke arbeidersgezinnen. En ze hebben zich allebei afgezet tegen de kerk.’ Haar beide ouders zijn niet universitair opgeleid. ‘Ik heb weinig boekenkennis van huis uit meegekregen, maar vooral de ervaringen. Ik wilde de volgende stap zetten. Toen ik sociologie ging studeren leerde ik dat wat ik in mijn eigen familie zag onderdeel was van een groter probleem.’

'Ik vroeg me af: kwam de uitnodiging niet te vroeg?'

Grote vraag

Tijdens de Participatielezing ligt de vraag voor hoe de overheid zorgzaam kan worden voor iedereen, zeker ook voor al die groepen die tot nu toe juist benadeeld worden. Valt die grote vraag wel te beantwoorden? ‘Laat ik eerst zeggen dat ik me vereerd voelde toen ik uitgenodigd werd om de lezing te houden. Maar ik vroeg me ook hardop af of de uitnodiging niet te vroeg kwam. Ik heb wel veel nieuwe inzichten opgedaan die ik kan gebruiken, maar al die denklijnen vormden nog geen eenduidig verhaal. Dat ben ik nu in korte tijd wel aan het maken. Want maatschappelijk gezien is het nu wel dé tijd voor dit verhaal. Het publiek is ontvankelijk. Dat er misstanden zijn, dat erkennen we inmiddels allemaal. Steeds meer mensen zien in dat de verzorgingsstaat niet functioneert en wijzen naar oorzaken als marktwerking en neoliberalisme. De feiten hoef ik niet meer te vertellen. Ik zet ze alleen in een breder historisch perspectief.’

Lange historische lijn

Ook de Commissie Van Nispen bekeek onlangs nog de geschiedenis van de verzorgingsstaat. Het rapport Blind voor mens en recht start met een tijdlijn vanaf 1989 met belangrijke gebeurtenissen in het fraudebeleid in de sociale zekerheid en toeslagen. ‘Dat was het begin van het kabinet Lubbers III. In die periode begon de aanloop naar de fraudewetgeving. Het is heel goed dat ze dat gedaan hebben, maar ik trek een nog langere historische lijn. De eerste sociale zekerheidswetten van begin 20e eeuw, zoals de ongevallenwet en de ziektewet, gingen alleen over mensen in loondienst.’

'Voor inwoners van voormalige koloniën geldt dubbele onderdrukking nog steeds'

Dubbele onderdrukking

‘Dat sloot veel mensen dus uit, waaronder gehuwde vrouwen, want die mochten lange tijd geen betaald werk doen: in de publieke sector was het bij wet verboden, in de private sector werd die lijn meestal ook gevolgd. Voor hen was er alleen armenzorg en pas vanaf 1965 de bijstand, maar om dat te krijgen moesten ze vaak aan allerlei disciplinerende voorwaarden voldoen. Dat is dubbele onderdrukking. Voor inwoners van voormalige koloniën gold deze dubbele onderdrukking op allerlei manieren ook. En nog steeds. Het is niet toevallig dat alleenstaande moeders en ouders met een Surinaamse en Caribische achtergrond relatief vaak slachtoffer zijn van het Toeslagenschandaal.’

Moeilijk op te lossen

Als die onderdrukking en de verwaarlozing er al zo lang in zit, dan maakt dat de klus om het op te lossen nog groter en moeilijker, realiseert Arts zich. ‘Maar pas als we zien hoe, wanneer, waarom en voor wie precies de verzorgingsstaat niet zorgzaam is, valt te begrijpen hoe we kunnen toewerken naar een zorgzame overheid die er wél voor iedereen is.’

Programma en aanmelden
 

Dagvoorzitter: Yasmin Ait Abderrahman (en tevens voorzitter FNV Young & United, lid van de Sociaal Economische Raad (SER) en masterstudent Sociologie).

14.30 uur: Inloop met koffie en thee
15.00 uur: Participatielezing 2024 ‘Hoe krijgen we een zorgzame overheid voor iedereen?’ door Josien Arts
16.00 uur: Tafelgesprek met Josien Arts, Faith Bruyning (Tweede Kamerlid NSC, gedupeerde toeslagenaffaire en herstelexpert voor toeslagenouders), Fatma Koşer Kaya (voorzitter Landelijke Cliëntenraad (LCR)) en Judith Duveen (directeur Werkbedrijf van UWV)
16.45 uur: Spoken word door Zaïre Krieger
17.00 uur: Borrel
 

De Participatielezing is alleen fysiek bij te wonen. De lezing wordt wel opgenomen en is later terug te kijken. Aanmelden is niet meer mogelijk.

Lees ook dit interview met Tweede Kamerlid Faith Bruyning